De Tweede Wereldoorlog
Toen de oorlog in mei 1940 voor Nederland begon betekende dat voor Laren in eerste instantie vooral dat er veel Wehrmachtsoldaten (van het Duitse leger) kwamen. Al snel gingen de Joodse kinderen van de Berg-Stichting merken wat de bezetting voor hen betekende. Ze werden uitgejouwd door Duitse soldaten, moeten in de klas oppassen voor de NSB-kinderen en waren vanaf november 1940 niet meer welkom in het Larense café waar ze altijd tussen de middag hun boterham aten. Vanaf nu volgden er steeds meer discriminerende maatregelen waar niet alleen de kinderen van de Bergstichting, maar ook Joden in de rest van Nederland mee te maken krijgen. Joden zijn niet meer welkom in openbare gelegenheden zoals de bioscopen, parken etc. Overal verschijnen borden met: Joden niet gewenscht” en “voor Joden verboden”. De kinderen van de Berg-Stichting mochten vanaf 1 september 1941 niet meer naar de school in Laren. Ze kregen vanaf nu les in de Berg-Stichting zelf. Vanaf 3 mei 1942 moesten ze net als alle andere Joden in Nederland een gele ster op hun kleding dragen. Alleen de kleintjes (jonger dan 6) en de Reitsema’s (zij waren niet joods) hoefden dit niet te doen.
Directeur Reitsema deed er alles aan om ‘zijn’ kinderen voor deportatie te behoeden. Er werd een heel systeem bedacht met stempels en verhuisbewijzen en zogenaamde ‘Mischling”[1]verklaringen waardoor de kinderen (langer) in de Berg-Stichting konden blijven. Wel moesten de gebouwen in Laren worden ontruimd. Reitsema kocht in Amsterdam aan het Rapenburg een aantal panden aan waar de kinderen tijdelijk werden ondergebracht. Vanuit hier werden veel kinderen naar geheime onderduikadressen gebracht. Voor een aantal (48) lukte dit echter niet. Zij werden, via kamp Westerbork in Drenthe, gedeporteerd naar vernietigingskampen in Polen zoals Auschwitz, en Sobibor. Hier werden zij, meestal direct na aankomst in het kamp vergast.
Voor deze kinderen en 4 van hun begeleiders werd op 20 april 2017 vlak voor onze school een monument onthuld, van de beeldhouwer Lon Pennock. De plek waar het monument is komen te staan heet vanaf dan het Reitsemaplantsoen.